Genesis 22:12

ABToen zei Hij: Strek je hand niet uit naar de jongen en doe hem niets! Want nu weet Ik dat jij Godvrezend bent      en je zoon, jouw enige, Mij niet onthouden hebt.
SVToen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden.
WLCוַיֹּ֗אמֶר אַל־תִּשְׁלַ֤ח יָֽדְךָ֙ אֶל־הַנַּ֔עַר וְאַל־תַּ֥עַשׂ לֹ֖ו מְא֑וּמָּה כִּ֣י ׀ עַתָּ֣ה יָדַ֗עְתִּי כִּֽי־יְרֵ֤א אֱלֹהִים֙ אַ֔תָּה וְלֹ֥א חָשַׂ֛כְתָּ אֶת־בִּנְךָ֥ אֶת־יְחִידְךָ֖ מִמֶּֽנִּי׃
Trans.wayyō’mer ’al-tišəlaḥ yāḏəḵā ’el-hanna‘ar wə’al-ta‘aś lwō mə’ûmmâ kî ‘atâ yāḏa‘ətî kî-yərē’ ’ĕlōhîm ’atâ wəlō’ ḥāśaḵətā ’eṯ-binəḵā ’eṯ-yəḥîḏəḵā mimmennî:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

Toen zeide Hij

אַל־

niet

תִּשְׁלַ֤ח

Strek

יָֽדְךָ֙

uw hand

אֶל־

aan

הַ

-

נַּ֔עַר

den jongen

וְ

-

אַל־

hem niets

תַּ֥עַשׂ

en doe

ל֖

-

וֹ

-

מְא֑וּמָּה

-

כִּ֣י׀

want

עַתָּ֣ה

nu

יָדַ֗עְתִּי

weet Ik

כִּֽי־

dat

יְרֵ֤א

vrezende

אֱלֹהִים֙

God

אַ֔תָּה

gij

וְ

-

לֹ֥א

Mij niet

חָשַׂ֛כְתָּ

hebt onthouden

אֶת־

-

בִּנְךָ֥

en uw zoon

אֶת־

-

יְחִידְךָ֖

uw enige

מִמֶּֽנִּי

van


Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!